zaterdag 23 oktober 2010

Grappa di Harrie

Lief is de afgelopen week erg zoet geweest. Hij heeft grappa gestookt. Van een keteltje uit een tien liter boiler maakte hij een stookketel. Paolo leverde de druivenschilletjes van de Barbera druiven. De uitgeperste schilletjes gaan naar de fabriek voor goedkope grappa. De duurdere grappa wordt van de natte schilletjes gemaakt. Lief gaat natuurlijk voor kwaliteit, dus natte schilletjes. De eerste poging werd gedaan met de gegiste most, dit ging goed. Er stroomde rijkelijk grappa welke ook nog goed smaakte.

Grappa stoken van schilletjes had toch de voorkeur. Helaas brandden de schilletjes aan. De hulp van Sergio werd ingeroepen. Hij mag expert worden genoemd, zijn Grappa dei Colli is heerlijk zacht van smaak. Het vuur zat te dicht onder de bolling van het keteltje, de Lambiek (koperen stookketel) was te klein. Hij bracht een omgebouwde melkbus. De hals was wat breder zodat er een stoommandje in gezet kon worden, dit voorkwam ook het aanbranden van de schilletjes.. Ook had Sergio een andere koeler met een langere spiraal. Dat was beter dan Lief zijn rechte buisje met koelwaterpompje. Er gingen schilletjes in de melkbus. Nu zou het goed moeten gaan. Maar ach er kwam roze grappa uit. Een nieuw product op de markt? Nee, er werd te snel gestookt, wist Sergio te vertellen piano, piano, langzaam stoken. Het mag allemaal de pret niet drukken. Lief is zo in zijn nopjes in zijn laboratorium onder de veranda. Klussen blijven liggen. Ik moet nota bene het gras maaien.

Nu is grappa stoken niet geheel ongevaarlijk. Je moet wel weten dat de eerste alcohol die er uit komt niet drinkbaar is. De schilletjes moeten eerst tot 70 graden worden gestookt om die gevaarlijke methyl alcohol er uit te halen, dat is ongeveer een borrelglaasje vol. Daarna wordt de temperatuur opgevoerd tot 80 à 85 graden en dan druppelt de goede grappa er uit. De smaak is al door verschillende mensen getest en goed bevonden. Ik kreeg deze week weer helemaal visioenen van het indrukwekkende scheikunde lokaal bij Alie Atoom in 3 Havo, veertig jaar geleden. Ik denk dat de practicum lessen toch beter waren blijven hangen als we een lekker drankje hadden gedistilleerd.
Voor de gasten van 2011 ziet het er goed uit. Naast mijn Limoncello zal er ook Grappa di Harrie op tafel staan. Tien liter moet wel genoeg zijn.

zondag 10 oktober 2010

Il viaggio

Ze zijn allemaal mee geweest op het personeelsuitje Mijn poolboy/ minnaar, de loodgieter, de tuinman, de elektricien, de afwashulp en de klusjes man.
Gelukkig pasten we allemaal in onze bus, want genoemde personeelsleden zijn allemaal vertegenwoordigd in één persoon, mijn lief. Vorig jaar is het uitje er bij ingeschoten, daarom mochten we nu wat langer en verder. Zo reden we op een zonovergoten zaterdag begin oktober met onze, tot camper omgebouwde, bus langs de Middellandse zee naar het zuiden. Tegen de avond vonden we een plekje aan zee ter hoogte van Rome. Heel tevreden zaten we ’s avonds met een bordje pasta en een glaasje wijn te genieten van de zonsondergang en sliepen voor de eerste keer in de bus. De volgende dag vonden we een leuk campinkje op vijf minuten loopafstand van indrukwekkend Pompei. Het station lag aan de overkant. Met de trein gingen we naar Herculanum, kleiner maar meer intact gebleven.  
We waren wat blij dat we ook met de trein naar Napels konden. Ik had er niet aan moeten denken om daar met de auto te rijden. Roberto, onze buurman, had ons gewaarschuwd voor Napoli, ‘un altro mondo’, zei hij met een blik van hoe halen jullie het in je hoofd? ‘Sieraden thuis laten’,adviseerde hij, ‘ze rukken alles zo van je lijf’. Ik hield dan ook mijn tas zodanig onder mijn arm geklemd, dat ik er een verkrampte arm van kreeg. Geen fototoestel mee, om maar niet op te vallen. Napels was heet en stoffig. De mensen waren gehaast en in het verkeer geïrriteerd. Oversteken was een project op zich. Natuurlijk aten we een pizza in de stad waar de pizza is bedacht. We konden het toch niet laten om de duistere straatjes op te zoeken. Straatjes waar veel jongeren op hun brommertjes hangen en ouderen die wat rommel proberen te verkopen. Straatjes waar de winkeltje half binnen en half buiten zijn. Aan het einde van de dag besloten we in dat straatje ons maaltje voor de avond bij elkaar te scharrelen. Twee heerlijke vissen, voor op de bbq, bij de visboer. Mensen die op hun schoongemaakte vis stonden te wachten maakte een praatje met ons. Heel aardig. We kochten een fles wijn van twee liter voor twee euro en nog lekker ook, een grote zak wilde spinazie voor vijftig cent en een citroen voor twintig cent. Niet te geloven allemaal. Eigenlijk vonden we Napels helemaal niet eng. De volgende dag maakten we een prachtige tour over het schiereiland van Sorrento. De stadjes Sorrento en Positano hadden erg leuk kunnen zijn als er niet zo waanzinnig veel Amerikaanse toeristen waren geweest. De volgende dag reden we richting het noorden waar we overnachtten in de buurt van Montepulciano.
Aan het einde van de middag was het daar lekker rustig, het blijft een leuk stadje. De volgende morgen gingen we weer verder en dronken we koffie in Sienna. Ook hier werden we bijna omver gelopen door de groepen Amerikanen. Je zult er maar wonen. Na een bordje pasta vongole aan zee, keerden we huiswaarts, naar de weldadige rust op Casa Vecchia. Het was een heerlijke week waarin we weer nieuwe inspiratie en energie hebben opgedaan. Naast de nodige winterklaar-klussen gaan we hier nog volop genieten van de mooie herfst en de culinaire geneugten die daar bij horen.