‘In tijden van crisis gooien we niks weg’,zei onze Milanese buurvrouw tijdens een etentje en zette ons gefrituurde aardappelschillen voor. Eerlijk is eerlijk het was best lekker. Nu heb ik hier op het platteland niet echt het idee dat er überhaupt iets wordt weggegooid. Meubilair wordt gebruikt tot je door de stoel zakt. Dan nog zal de stoel gerepareerd worden, net als kapotte tafels en kasten. De langwerpige bladeren van het riet worden in bosjes opgebonden en gedroogd om in het voorjaar te worden gebruikt als opbindmateriaal voor de druiven. De dikke rietstengels worden in stukje gezaagd om als cannoli vormpje te gebruiken. Kijk naar mijn eigen lief, hij stookt grappa van de druivenschilletjes, die na de persing van de wijn overblijven.
Laatst ontdekte ik dat die druivenschilletjes ook nog een conserverende werking hebben. Het is een methode die misschien wel regio gebonden is. Ik ben het hier nog niet tegen gekomen. Maar wel bij vrienden die 30 km verderop , richting zee wonen. Zij conserveren hele paprika's in de druivenschilletjes.
Sotto Raspo, heet het. Je hebt nodig een groot plastic krat of een grote pot waar je nog wel met je handen in kan. Verder mooie, gave, rode en gele paprika’s. Er mag werkelijk geen smetje op zitten. Dan bouw je laagjes op. Een laag schilletjes, een laag paprika’s, een laag schilletjes en zo verder. Je eindigt met een laag schilletjes. Gebruik je een pot dan moet je de laatste laag klem zetten met een kruis van 2 takjes, zodat de inhoud van de pot niet omhoog komt als je de vloeistof er op giet. De vloeistof is water met zout en azijn. Dit laat je even koken en afkoelen en giet je dan voorzichtig in pot of krat. Net zoveel dat alles onder staat. De pot dek je af met kaasdoek. Gebruik je een krat dan moet je de inhoud op zijn plek houden met schone, gladde keien en daaroverheen kaasdoek. Na twee maanden heb je verrukkelijke zachte paprika’s met een hele delicate smaak. Sotto Raspo kan dus maar één keer per jaar worden gemaakt. Als de wijn klaar is.
Af en toe denk ik dat ik na bijna acht jaar alles wel zo’n beetje weet. Het is steeds weer verrassend om toch weer nieuwe gebruiken en recepten tegen te komen.